Scheet

Doorgaans lag ik rechts van de juf, maar doordat ik aan de late kant was had de ruimte zich al gevuld met matjes en rolde ik het mijne dicht naast dat van een ander uit.
          ‘Sorry,’ zei ik schuldbewust, maar de vrouw glimlachte zennerig en zei dat het niets gaf.
          We begonnen staand. De Opwaartse groet, de Stoel, de Staande Torsie, de Hond en toen weer met de handen teruglopend tot aan de voeten om met een rechte rug omhoog te komen. En dat dan nog drie keer. Maal twee. En vooruit, nog een laatste keer.
          Ik denk dat het rond de derde Stoel begon. Een lichte druk achter in mijn rug, indalend richting mijn billen. Een luchtbel in mijn darmen, een heuse scheet. Ik duwde het onding terug  -hup, naar boven jij- en deed ondertussen zo goed en kwaad als het ging mee. Staande Torsie, Hond, voeten naar de tenen en weer rechtop. Weliswaar met iets minder overtuiging en inzet om de boel in het gareel te houden.
          Want leer mij mijn scheten kennen! Zodra ik ze uit het oog verlies, grijpen ze hun kans. Dan zuchten ze met een lieflijk pufje naar buiten, haast zonder geluid, maar met een enorme stank tot gevolg. Dat kon ik mijn yogabuuf niet aandoen.
          Terwijl ik krampachtig de luchtbel binnenhield wierp ik een blik op haar. Ze had haar ogen gesloten en straalde enkel zennerige aanwezigheid uit. Geen benul van de milieuramp die op het punt van voltrekken stond.
          De juf gaf het verlossende sein. Eindelijk mochten we gaan liggen. Op de rug, zodat het matje en mijn kringspier konden samenwerken om het zaakje tegen te houden. Ik ontspande voorzichtig. Wie weet zou het me lukken en maakte de scheet rechtsomkeert. Als hij er onder niet uit kon, zocht hij misschien zijn weg terug naar boven?
          ‘Trek je benen op en leg je handen in je knieholten,’ beval de juf.
           Ik spiekte even bij mijn buurvrouw.
          ‘En wieg nu heen en weer, als een schommeltje over je bolle rug.’
          Ik liet mijn bolle rug wiegen en liet de controle steeds meer los. De luchtbel kroop terug. Ik voelde een groeiend vertrouwen. Dit ging goed! Niet de scheet was de baas, maar IK. En zo hoort het ook.
          Voor het eerst dat uur kon ik mijn aandacht naar buiten richten. Op het schemerige zaaltje, de koude rubberen vloer, het geluid dat onze lijven maakten terwijl we over de matjes schommelden. Wieg, wieg, wieg, wieg. Wieg, wieg, wieg, wieg.
          ‘Prrrrrrtttt…….‘ scheurde er door de stilte. Precies naast mijn oor. Luid en duidelijk. Niks ingetogen of vals bescheidenachtig, maar gewoon recht voor zijn raap. Deze scheet stond ergens voor. Hij deed geen enkele moeite zichzelf te verbloemen. Hij was gewoon een Scheet, met een hoofdletter S.
          ‘Sorry,’ fluisterde mijn yogabuuf en schommelde onverstoorbaar door.
          Nergens klonk reactie, applaus noch boegeroep, en ook ik hield me stil. Ik wachtte slechts op wat komen zou en ademde uit voorzorg een paar keer door mijn mond. Maar yoga en mondademhaling gaan slecht samen, dus al snel nam ik een teug door mijn neus om vast te stellen dat deze Scheet niet stonk. Wel volume, geen inhoud. Precies tegengesteld aan hoe ik ze brouw!
          Al wiegend dacht ik daar over na. En al snel rook ik mijn kans. Op dit geluid kon mijn eigen scheet mooi meeliften! Niemand zou raar opkijken als er wat te ruiken was. Ik glimlachte sardonisch, wat wegviel in het schemerlicht. Zachtjes opende ik mijn kringspier en lokte de wind. ‘Kom maar terug!’ fluisterde ik. ‘Je mag er tòch uit! Zolang je het maar stilletjes doet….’
          Maar hoe ik ook smeekte en soebatte…er kwam niets. De luchtbel was vertrokken.

Meest recente reacties

12.01 | 09:40

Ik was weer eens aan het 'bijlezen'. Ik kende deze al, maar erg mooi hoor!

Deel deze pagina