EN TEKENT SOMS WAT
Ik moest voor mijn werk een kleuter observeren in haar natuurlijke habitat: het klaslokaal. Vreselijk veel zin had ik erin, want observeren is heerlijk! Het enige wat je moet doen is achter in de kleuterklas plaatsnemen en doen alsof je een Rolf-kast bent terwijl je twee uur lang zwijgt. Zo’n klusje is me op het lijf geschreven en het mooiste is dat ik er ook nog eens voor betaald krijg.
Met blocnote en pen toog ik dus naar de desbetreffende school; een modern gebouw in een verder kale en kansarme wijk. Ik wurmde me door een kluitje kletsende hoofddoekmoeders de poort binnen en werd naar de klas van juf Meva gebracht waar een zalige rust heerste die in de hele wijk ver te zoeken was.
‘Lief kinderen! Kijk allemaal! Dit is juf Ruth,’ vertelde de juf aan de groep kleuters die in de kring zat. Ze had een accent dat ik niet direct kon thuisbrengen. Turks, Marokkaans of juist Latino? Haar gedrongen postuur deed me denken aan dat van de Peruaanse crècheleidster die mijn babydochter vroeger liefdevol tegen haar borst drukte. Ook die sprak gebrekkig Nederlands, maar daar maalt een baby’tje niet om. Dat zoekt veiligheid, liefde en warmte.
‘Juf Ruth komt kijken hoe fijn wij hebben samen met elkaar. Zeg allemaal ‘dag’ tegen juf Ruth.’ ‘Dag juf Ruth!’ riepen elf kleuters in koor en gek genoeg wist ik zeker dat het waar was: ze hadden het hier fijn met elkaar.
‘Dag kinderen!’ zei ik terug terwijl ik halsstarrig probeerde om mijn positie als onzichtbare Rolf-kast in te nemen, buiten de kring. ‘Lief Elif, wil jij even deur dicht doen voor juf Meva?’ Ik lette op het forse meisje dat opstond en naar de deur sjokte om deze te sluiten. Dat was dus Elif, mijn observatieobjectje. Hoewel ze pas vijf was leek ze al een heel mensenleven achter de rug te hebben, waarin vermoedelijk niet de mooiste kanten van het bestaan de revue hadden gepasseerd. Elif sjokte weer terug naar haar plekje, plofte neer en wendde haar mollige gezichtje richting juf.
‘Vandaag is welk dag, lief kinderen?’ vroeg juf Meva en liep naar de muur waar de dagen van de week in plaatjes hingen. Een paar kleuters stak hun vingers op en rekten hun armpjes zo hoog mogelijk de lucht in om een beurt te krijgen. ‘Denk aan welk dag was eergisteren, welk dag was gister,’ hielp juf Meva om nog meer vingers omhoog te krijgen. Elif, jij weet?’
‘Woensdag,’ fluisterde Elif met uitdrukkingsloos gezicht.
‘Nee, is niet helemaal goed, lief Elif. Denk goed na, jij kan! Eergister was maandag, dan kwam dinsdag, vandaag is woe…’
Verward keek ik naar Elif die zojuist het goede antwoord had gegeven. Haar gezicht had zich weer gesloten. Deze situatie was haar bekend. Ze deed het weer eens niet goed, ze had het verprutst.
Ook juf Meva keek oplettend toe. Opeens stokte ze en lachte. ‘Ik vergis, gek juf Meva!’ Ze draaide haar kruk naar de kleuter. ‘Jij zegt goed, lief Elif. Juf zegt fout. Is vandaag woensdag. Juf slaapt nog, moet wakker worden!’ De kinderen lachten. De spanning gleed van Elif’s gezicht. Zou ze dit buiten de klas ook wel eens meemaken? Een groot mens dat zijn fout royaal toegeeft?
‘Wie wil wat vertellen?’ vroeg juf terwijl ze uitnodigend de kring rondkeek. Een meisje stak haar vinger op en kreeg de beurt. ‘Mijn baby huilt alleen,’ vertelde ze. Juf Meva lachte. ‘Jouw babybroertje kan alleen huilen want is baby!’ Ze deed een huilende baby na. ‘Hij zegt: ik wil eten!’ Weer kraaide de juf. ‘Hij zegt: ik heb poep! Hij zegt: ik wil slapen!’ Zo vatte ze in een paar zinnen wat niet elk groot mens lukt: verstaan wat een kind écht zegt.
Nog een kleuter had inbreng. ‘Juf! Eno moet zijn sticker nog krijgen!’ Ze wees op haar buurjongetje dat schuchter zweeg.
‘Heel goed jij helpt juf, Janissa!’ En toen tegen Eno: ‘Jij bent rustig in kring gaan zitten. Jij doet goed jouw best, lief Eno! Wij pakken straks sticker voor jou.’ Eno knikte.
Toen schraapte juf haar keel en stak van wal. ‘Vandaag wij gaan leren letter b.’ Juf Meva pufte de b de lucht in en de kleuters puften haar na. ‘Leg allemaal vinger tegen jullie lip en voel letter b.’ De b schalde door het lokaal. ‘Goed zo, jullie laten letter b goed horen.’
Ze stak haar vinger in de lucht. ‘Nu juf gaat letter b schrijven. Let allemaal op, lief kinderen. Ik maak eerst stokje en dan buikje.’ Het woord buikje blies ze naar buiten. Nog eens bewoog ze haar vinger van boven naar beneden en haakte er een rondje aan vast.
‘Nu wij gaan samen letter b schrijven. Ga staan, lief kinderen! Eerst wij maken groot papa b met heel dik buik.’ Juf tekende een enorme b in de lucht, de kleuters strekten zich uit zover ze konden en tekenden hun eigen papa b. ‘Dan wij maken kleine b. Dat is mama b,’ vervolgde juf Meva rolbevestigend en de kinderen imiteerden haar enthousiast, want geen normatiever volk dan kleuters. ‘Nu wij schrijven groot broer b,’ stoomde de juf door.
‘Nee grote zus b.’
‘Wij schrijven ook groot zus b,’ lachte juf en draaide zich naar het meisje dat net over haar huilende broertje had verteld. ‘En nu wij maken jouw babybroertje b.’
Toen de hele familie b uitgebreid was beschreven klapte juf Meva tevreden in haar handen. ‘Wat zijn jullie knap lief kinderen!’ besloot ze. ‘Jullie hebben letter b blij gemaakt!’ De kleuters gingen weer zitten. Ze glommen van trots.
Ook Elif, zag ik en plots bedacht ik dat ik helemaal vergeten was om haar te observeren. Er stond nog niets op papier. Mijn aandacht was volledig naar juf Meva gegaan. Ze mocht dan niet perfect Nederlands spreken maar aan liefde en warmte geen gebrek.