Leeg nest

 

De hele zondag had ik amper bewogen. De kinderen waren de hort op, mijn vriend een weekend weg. Met koffie en kranten waren de uren ongestoord verstreken, totdat het opeens eind van de middag was. Ik moet nog even naar buiten, besloot ik en sprong op de fiets.
          De lucht was grauw, maar naarmate ik verder van huis kwam en het groen bereikte, kwam er meer kleur in. Ik reed langs het natuurzwembad dat zo vroeg in het voorjaar nog gesloten was. Meerkoeten waren bezig op de afzetbalken een nestje te bouwen. Op de steiger twee eenden en ook wat witte kledders.
          De zon stond nog laag zag ik toen ik tussen de weilanden door richting het weggetje met boerderijen ging. Verder geen mens. Alleen maar ik. Nu kon ik hardop zingen. Eindelijk eens. Maar ik wist geen liedje, of ik wist er wel, maar geen enkele voldeed. Dat paste wel bij het gevoel dat me de laatste tijd overviel; een gebrek aan lust, aan zin. Iets weerhield me om echt te gaan voor de dingen. Niets leek het waard om naar te verlangen, om me op te verheugen. Alsof het leven al een beetje achter me lag.
          Dus ik zong niets, maar luisterde in plaats daarvan. Vogelgekwetter, mijn banden die over het paadje suisden, de wind.
          Ik sloeg de weg in die mijn kinderen vroeger ‘Langs de kalfjes’ noemden. We stopten er dan om onze vingers te laten aflebberen. Ze stonden er nog niet, zag ik van veraf. Geen hard plastic huisjes met een hek ervoor om die arme kalfjes van hun zogende moeders te scheiden. Wel stond er een oude man op de oprit. Hij zwaaide naar me. Ik vond het raar, toch stak ik mijn hand op. Met grote passen was hij bij de weg en hij riep: ‘wiejewahbezonnezie?’
          Ik dacht: die is niet goed, dat is natuurlijk een halve gare die hier op de boerderij ‘werkt’. Snel doorfietsen. ‘Wat zegt u?’ vroeg ik in plaats daarvan en remde af.
          ‘Wil je wat bijzonders zien?’ De man wees enthousiast richting het erf waar fruitbomen stonden, nog niet in bloei. Nu ik hem beter bekeek leek het me toch de boer zelf. Hij droeg een versleten overall. Ik dacht aan potloodventers uit de jaren tachtig en twijfelde. Zo’n overall trek je in een ruk open.
          ‘Ligt eraan wat het is,’ zei ik om tijd te rekken.
          ‘Dat moet je met eigen ogen zien. Volg mij nou maar gewoon!’ Zonder afwachten stapte hij over een laag hekje en stevende op een fruitboom af.
          Ik parkeerde mijn fiets en liep de man achterna. Het was toch te koud voor blote piemels.
          De man spreidde zijn armen. ‘Hola, voorzichtig aan!’ Hij gebaarde dat ik achter hem moest blijven en boog zijn hoofd naar het gras alsof hij wat zocht. Hij speurde onder de fruitboom en groef voorzichtig tussen de sprieten.
           ‘Waar zijn we naar op zoek?’ vroeg ik. Het begon nu toch wel raar te worden. Misschien dat ik weer eens richting mijn fiets ging.
          ‘Geduld, we zijn er bijna.’
          Ik keek achterom. Mijn fiets stond nog op de oprit. Wat belette me eigenlijk?
          ‘Ah!’ jubelde de boer opeens. Hij zakte door zijn knieën en boog het gras uiteen.
          Nu zag ik het ook. Er lag iets bruins. Het was klein en harig en had witte spikkeltjes. Opgerold tot een bolletje, het snuitje in zijn lendenen geduwd. 
          ‘Een reekalfje,’ vertelde de boer. ‘De moeders verstoppen ze in het hoge gras en komen een paar keer per dag langs om ze te voeden. Ze weten precies waar ze het kalf achtergelaten hebben.’ Hij duwde het groen weer terug zonder het beestje aan te raken. ‘Dus maaien zit er nu niet in.’ Met die mededeling kwam hij overeind en banjerde weer terug naar het hekje zonder nog acht op mij te slaan.
          De rest van de rit peinsde ik hier over. Het had iets kils vond ik; je baart een kind, legt het in het gras en trekt vervolgens de weide wereld in om van het leven te genieten. Niks geen cocoonen of buidelen. Voordeel was wel dat je leven weer lekker snel van jou was. En nu ik verder doordacht; waarschijnlijk hadden reeën ook geen last van het lege nest syndroom?

Meest recente reacties

12.01 | 09:40

Ik was weer eens aan het 'bijlezen'. Ik kende deze al, maar erg mooi hoor!

Deel deze pagina