EN TEKENT SOMS WAT
We stonden voor onze huizen, de heg in ons rug, en keken naar over het spoor, waar de wijk ligt waar ik werk. Een wijk waar men weinig geld heeft, maar toch net genoeg om een half uur nonstop siervuurwerk de lucht in te schieten. Ik voelde trots voor mijn cliënten; dit flikten ze toch maar mooi! We genoten en wezen elkaar op vuurpijlen die in felle kleuren uiteen spatten. Bij ons in de straat viel weinig te beleven. Hoogstens wat sterretjes in de voortuin.
‘Weet je wat ik vandaag dacht,’ zei mijn buurvrouw terwijl ze dicht tegen me aankroop.
Ik wachtte op wat komen ging.
‘Dat we nu met ons allen 2022 in gaan, maar niet allemaal. Jouw zwager en de dochter van mijn vriendin blijven in 2021 achter. Voor altijd.’
Het sloeg in als een 100.000 klapper. ‘Tja,’ zei ik. ‘Dat had ik nog niet bedacht. Maar het klopt wel.’ Ik probeerde zachtjes mijn neus op te halen zodat het geluid wegviel bij de knallen aan de overkant.
Zo bleven we samen staan kijken naar de lucht en namen afscheid.
Later die nacht, toen het stil geworden was, hing er een lichtje hoog aan de hemel. Het bewoog nauwelijks, viel niet op, maar het was er gewoon. Rustig aanwezig.